roeien.nl knrb.nl KNRB store
Mijn RoeienMijn Vereniging
Academie Leermateriaal

De roeihaal

Roeien is een tijdloos samenspel tussen mens en water. Elke roeihaal spreekt van zowel kracht als precisie. De KNRB bekijkt de roeisport continu met een frisse blik, en daarbij wordt de roeihaal elke dag geperfectioneerd. De roeihaalvideo kan gebruikt worden als referentiemateriaal waar op elk niveau, en zeker basisniveau, mee kan worden gewerkt.

In de KNRB opleidingen, maar ook bij de coaches en instructeurs op de verenigingen, willen we nieuwe inzichten introduceren. Iedereen die dat nog niet doet en ervoor open staat kan aansluiten bij de ideeën die de laatste jaren bij TeamNL Roeien wordt gebruikt. Zo willen we bijvoorbeeld weg van de foutenanalyse en toe naar meer aandacht voor impliciet coachen.

Roeiers van nu vs. 1996

In essentie is er niet veel veranderd, maar de snelheid op de sliding is anders geworden. Moderne roeiers lijken ‘luchtiger’ te glijden, wat overigens verdwijnt op hoog tempo. Toproeiers uit 1996 zijn opgegroeid met Maconbladen: de oorspronkelijke standaardvorm van de roeibladen, die nu voornamelijk nog wordt gebruikt voor recreatieve doelen. Toen er destijds werd geroeid met de nieuwe BigBlades, was het waterwerk daarom erg nauwkeurig. Rechte lijnen in de haal en de recover zijn belangrijk, en voor het leren kan je zo nu en dan met Maconbladen varen om meer gevoel te krijgen waar het blad zit.

Houding van de roeier

De houding van de roeier wordt in de video niet behandeld. Dit komt omdat de houding meer een middel dan een doel is, of omgekeerd: het is een gevolg van het juist uitvoeren van de vier aspecten (de inpik, de haal, de uitpik en de recover). Met verschillende houdingen kan je winnen, kijk maar naar de beelden tijdens verschillende Wereldkampioenschappen. De bouw en lenigheid van een roeier heeft sterke invloed op de houding die voor die roeier het beste past. Het heeft daarom geen zin om iedereen in een voorkeurshouding te duwen: de uitdaging is zo efficiënt mogelijk de boot aan te drijven. Iedere coach kiest daarbij een stijl. Dat geldt voor topatleten, maar ook voor recreatieve roeiers. Omdat houding een belangrijk middel is om de kracht tussen het blad en het voetenbord efficiënt over te brengen, zal uiteraard wel aandacht moeten zijn voor houding tijdens de trainingen. Het moet alleen altijd in dienst staan van het goed lopen van de boot. Dat is iets wat we wel eens vergeten.

De vier aspecten

Hoe leer je de vier aspecten (de keerpunten, de haal, het bladwerk en ritme) het best aan? Daar gaat het gesprek vaak over. Doe je dat op de klassieke manier, waarbij je vertelt hoe je je lichaam moet bewegen met expliciete aanwijzingen? Of juist door te leren voelen wat de boot je vertelt, met implicietere aanwijzingen? Impliciet leren is onbetwist op de langere termijn beter, maar geeft minder duidelijke progressie per training en minder korte termijn verbetering. Expliciete oefeningen zijn bijvoorbeeld: je romp keren naar stopje 3, of je handen naar buiten plaatsen bij de catch. Impliciete oefeningen zijn bijvoorbeeld: luister naar het geluid van je blad bij de catch, voel je zwaartepunt voorop je bankje in stop 3. Ook veel catchspelletjes zin impliciet: 360 graden blad draaien voor diepte in recover, bakboord en stuurboord riemen omdraaien voor bladgevoel. Over het algemeen kan je stellen dat hoe implicieter een oefening is, hoe beter het effect beklijft op termijn. Als je een oefening hebt gedaan dan kun je dat toepassen met bijvoorbeeld verschillende tempo’s en kracht zodat de roeier kan toetsen of het geleerde gevoel kan worden vastgehouden. En denk niet dat je met een keer oefenen klaar bent: herhaling is noodzakelijk en als het goed is kost het de roeier steeds minder moeite het aangeleerde vast te houden / terug te halen. Overigens zullen impliciete en expliciete oefeningen altijd aanvullend werken. 

Plaatsen van het blad

De bladen horen niet te diepen. Hoe horizontaler, hoe efficiënter. Dat neemt niet weg dat ook bij de roeiers op deze video’s imperfecties te zien zijn. Overigens gaat het om het totaalbeeld en de balans tussen de vier aspecten, omdat geen enkele ploeg altijd en overal ‘perfect’ zal varen. Het totaalbeeld van de ploegen op de video is erg goed. In de filmpjes van Decent Rowing wordt gesteld dat je het blad goed diep moet plaatsen voor meer tegendruk. Diep plaatsen geeft inderdaad meer tegendruk, maar het levert ook meer verticale bewegingen op. Die wil je vermijden, want de boot moet horizontaal door het water glijden met zo min mogelijk verticale verstoringen. Daarnaast maakt diep plaatsen een horizontale haal lastiger en dus ook een schone uitpik. Dus propageren we zo horizontaal mogelijk bladwerk vlak onder de oppervlakte. 

Versnelling van de boot

Tegenwoordig moet je niet snel wegzetten rustig oprijden, maar juist andersom. Het gaat erom dat je als roeier na de uitpik de boot de kans geeft te kunnen versnellen. De vele metingen hebben ons geleerd dat de boot het meest wil versnellen na de uitpik. Je moet na de uitpik dus niet te wild zijn, maar met de boot mee omkeren, om daarna een rustmoment te nemen en de boot de tijd te geven te kunnen versnellen. Dat betekent concreet dat het rustaccent ergens tussen stop broekband en stop 3 zit. Iedere ploeg moet in dit moment uiteraard wel samen komen.  Verder is de bootsnelheid het hoogst tijdens het tweede deel van de recover. Daaruit volgt dat je ‘met de snelheid mee mag glijden’, wat voor de roeier voelt als licht versneld rijden. In de praktijk betekent dit vooral dat je losjes en ontspannen mag inglijden naar de catch. Om daaruit weer vlot te keren op je voeten. Het is nooit de bedoeling van een rustaccent achterin om daarna haast te creëren. 

Efficiënt de boot op gang houden

Er zijn veel verschillende oefeningen waarmee je het op gang houden van de boot zo efficiënt mogelijk kan aanleren. Zolang je voor ogen hebt wat je wil bereiken kan je dat op impliciete en expliciete manieren oefenen. Tubben, hoogspoelen en varen met overdreven (zichtbare) accenten zijn voorbeelden van impliciet. Afwisselend op hoog en laag tempo roeien is ook effectief en leerzaam. Kortom, eindeloos veel oefeningen. Een video van je eigen ploeg bekijken daarnaast een heel goede oefening.

Verschillende boottypen

Hoe bereik je voor verschillende boottypen (en bijbehorende verschillende snelheden ten opzichte van het water) de optimale combinatie van timing en het versnellen in het aanduwen van de boot? De catch het belangrijkste en moeilijkste van roeien. In essentie is het: plaatsen van het blad en het wegspringen op het voetenbord op hetzelfde moment. Hoe sneller een boot vaart hoe lastiger natuurlijk. Bij boordroeien is de houding en hendelvoering verschillend ten opzichte van skullen, maar dat heeft weinig invloed op het principe van plaatsen en wegspringen. De catchbeweging is lastig uit te leggen, want hoe meer een roeier gaat nadenken, hoe trager en geforceerder het wordt. Losjes aanglijden met afgeronde voorbereiding (romp en armen in catchpositie plus blad klaar om te plaatsen) is de sleutel naar een dynamische catch. Binnen je macht zitten en losjes aankomen met genoeg snelheid op de sliding geeft dynamiek in de vering op het voetenbord.

Interviewserie over de 4 aspecten

Robert Boeder, voorzitter van de Juniorencommissie, ontwikkelt een verdiepende interviewserie over de vier aspecten. Het eerste interview, waarbij de focus wordt gelegd op de keerpunten, is via onderstaande knop te lezen. De interviews over haal, bladwerk en ritme komen op een later moment online.